Bewoners overnachten in hotel na grote brand: ‘Vrees wat ik straks aantref’
In de lobby van het hotel hangt donderdagochtend een zwaarmoedige sfeer. Vijftig bewoners zitten daar te wachten tot ze meer nieuws krijgen over hun woningen. “Het komt nu allemaal binnen”, zegt Willy. “We zijn er gelukkig allemaal goed afgekomen. Op eentje na dan”, slikt ze, doelend op de man die met zijn auto tegen een muur reed, waardoor de brand ontstond. “Maar nu begint de ellende pas.”
"Mijn vrouw wilde de paspoorten nog halen. Ik zei: dat loopt wel los."
Joke en Frits Kool hebben vannacht geen oog dichtgedaan. Ze wonen precies boven de plek waar de brand uitbrak en hadden niet verwacht dat het zo uit de hand zou lopen. “Toen we het huis uit gingen bood ik eerst de helpende hand aan de man die onwel was geworden”, vertelt Frits. “Mijn vrouw vroeg nog of ze de paspoorten moest halen. Ik zei: dat loopt wel los, over een kwartier is het probleem opgelost. Maar nu zitten we hier.”
De huizen van de mensen die in het hotel zijn opgevangen zijn op dit moment onbewoonbaar. En de bewoners bereiden zich erop voor dat ze voorlopig niet in hun huis kunnen. “We weten zelf nog niet wat de schade is. Maar alle auto’s onder de westkant zijn afgebrand, dus dat is een groot autokerkhof. En waarschijnlijk is alles binnen zwart”, zegt Willy. “We hadden alles net mooi verbouwd”, vertelt ze emotioneel. “Dat is waarschijnlijk allemaal voor niks geweest."
Ook Joke en Frits vrezen dat het een ravage is in hun huis. “Er zullen dingen gesmolten zijn, muren gescheurd”, zegt Joke. Ze kijkt er tegenop om het te gaan zien. “Als de deur van het appartement open gaat, zal de grootste klap nog komen”, zegt ze. “Dan is alles zwart. Ik weet niet hoe ik me daarop moet voorbereiden.”
"Ik heb met gemengde gevoelens thuis geslapen."
Een groot deel van de bewoners sliep woensdagnacht wel thuis. “Dat is aan de ene kant fijn, maar het geeft ook gemengde gevoelens”, vertelt Erwin Walk. “Omdat er bewoners zijn die niet thuis hebben kunnen slapen en ook niet weten wanneer wel.”
De meeste woningen hebben roetschade. Veel bewoners die naar huis konden zijn dus tot diep in de nacht bezig geweest met schoonmaken. “Daar gaan we vandaag weer mee verder”, vertelt Jan van Beek. “We moeten nu ook de verzekering gaan bellen. Dus er moet nog veel gebeuren.”
We leven heel erg met de vrouw van die man mee."
De bewoners in het hotel zijn blij met de hulp die ze krijgen en hebben veel steun aan elkaar. Ze maken zich zorgen om de man die sinds het ongeluk zwaargewond in het ziekenhuis ligt. “Het laatste wat wij hebben meegekregen is dat hij in coma ligt en het er niet goed uitziet”, zegt Willy.
Zij en ook Frits en Joke wonen al 22 jaar met de man in het complex. “Het is een goede bekende van ons. Een aimabel mens”, zegt Frits. “We leven heel erg mee met zijn vrouw", besluit Joke. "Want dit moet heel erg zijn om mee te maken."
DIT GEBEURDE ER WOENSDAG:
Het moment dat de brand ontstond
De bewoners keken machteloos toe hoe het vuur oversloeg naar de huizen