Zo snel mogelijk 325 noodopvangplekken nodig anders dreigen spoedprocedures
De oproep van het COA is gestuurd naar Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland. Deze acht provincies hebben op 1 juli niet voldaan aan de aantallen opvangplekken die ze op grond van de spreidingswet moesten regelen. Onze provincie bleef op ruim negenduizend plekken steken, dat zijn er vijfduizend te weinig.
In een brief aan de provincies schrijft het COA te willen 'voorkomen dat we eind juli gemeenten met spoedvragen moeten overvallen'. Het is zeer waarschijnlijk dat zonder in de totaal 2600 noodplekken, de organisatie deze spoedvragen wél moet sturen naar provincies en gemeenten omdat ze de asielzoekers niet meer kunnen opvangen.
Dure noodopvang
De provincies hebben demissionair minister Mona Keijzer van Asiel en Migratie opgeroepen om de spreidingswet uit te voeren, in plaats van te vragen om noodopvanglocaties. Die tijdelijke plekken zijn namelijk duur in vergelijking met de reguliere plekken. Maar die komen er alleen als de minister de spreidingswet handhaaft, zeggen de acht provincies.
Een woordvoerder van het COA laat weten dat de nood om verschillende redenen hoog is. "Er zijn in totaal te weinig opvangplekken, er blijven nieuwe asielzoekers naar Nederland komen en een andere belangrijke reden is dat veel tijdelijke opvanglocaties dicht gaan." Dat komt omdat die tijdelijke locaties 'nodig' waren tot rond de deadline van 1 juli.
Locaties dicht
Oud-minister Marjolein Faber (Asiel) had namelijk gevraagd om 101.500 opvangplekken te vinden op grond van de spreidingswet. De termijn daarvoor verliep op 1 juli. Gemeenten hadden 74.500 opvangplekken geregeld. Alleen de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland hadden voldoende plek.
Maar in acht provincies is dat dus niet gelukt, waardoor de doorstroming vastloopt. Ook is het nog steeds moeilijk om vluchtelingen die inmiddels statushouder zijn en in Nederland mogen blijven, aan een huis of appartement te helpen vanwege de woningnood.
Snel meer plek
Commissaris van de Koning Ina Adema liet eerder weten dat ondanks de moeilijkheden en uitdagingen, de gemeenten in Brabant gewoon moeten voldoen aan de spreidingswet. "We verwachten de komende tijd nog een stijging naar tienduizend plekken te zien", zegt Adema. De komende maanden moeten de gemeenten dus nog aan de slag om ook de laatste bijna vijfduizend plekken te realiseren."
Adema is ondanks het tekort van vijfduizend plekken, toch trots op de Brabantse gemeenten die wel voldaan hebben aan de spreidingswet. Ze heeft ook begrip voor gemeenten waar dat nog niet lukt. "Onder meer bezwaarprocedures en de situatie op de woningmarkt zorgen voor vertraging."
Kabinetssteun
Wat niet helpt is dat er nog steeds een kans bestaat dat de spreidingswet wordt ingetrokken. Dat speelt volgens de Commissaris van de Koning ook in Brabant een rol. Ze verwacht dan ook dat het demissionaire kabinet de gemeenten steunt. Al was het maar omdat op veel plekken waar een asielzoekerscentrum werd aangekondigd, felle protesten volgden.
In Best, Roosendaal en Sint-Michielsgestel werden de opvangplannen daarom op de lange baan geschoven. Adema wil dat het kabinet een 'krachtig signaal afgeeft dat intimidatie en geweld tegen publieke ambtsdragers volstrekt onacceptabel is.'
Onder dwang
Door de spreidingswet kan het ministerie van Asiel en Migratie sinds 1 juli controleren of gemeenten hun afspraken nakomen. Doen de gemeenten dat niet, dan kan het Rijk ingrijpen. In het uiterste geval kan daarbij voor dwang gekozen worden. Den Haag regelt de opvang dan zelf, op kosten van de gemeente.
Het is onduidelijk wat de bestuurlijke gevolgen zijn als de acht provincies niet de door het COA gewenste 2600 noodopvangplekken regelen voor eind van deze maand.