Stratenmaken met machines? Bouwers van de toekomst zijn er niet happig op
Stijn Verstegen uit Heesch is al van jongs af aan gefascineerd door het vak. Nu is hij student op het Koning Willem I College in Den Bosch. "Ik ging vroeger al mee. Ik heb altijd stratenmaker willen worden. Maar met de hand mag je steeds minder", weet ook Stijn. "Dat vind ik jammer, want dat is juist het mooiste. Met de machine kun je niet echt doorpakken. Dat gaat niet snel genoeg."
Zijn klasgenoot Milan van der Lee uit Veghel volgt de opleiding Vakman GWW (Grond-, water- en wegenbouw). "Ik doe vooral riolering en werk veel buiten. Dat is mooi, al is het in de winter minder." Ook hij ziet handwerk als de kern van het vak. "Met de hand werken is veel meer vakwerk. Met de machine is het vooral meters maken. Ik begrijp wel waarom het nodig is, maar voor mij draait het nu vooral om plezier in mijn werk. Wat later met mijn lijf gebeurt, daar denk ik nog niet over na."
"Overal waar het kan, moeten we machinaal bestraten. Dat moet de regel zijn."
Volgens docent Jurgen Hoeve is het logisch dat studenten nog vasthouden aan het ambacht. "Ze zijn trots op het originele vak en vinden machinaal leggen vaak lastig. Het voelt voor hen alsof het nog geen vast onderdeel is van het ambacht. Toch is het onvermijdelijk. Overal waar het kan, moeten we machinaal bestraten. Dat moet de regel zijn."
De opleiding in Den Bosch speelt daar bewust op in. Studenten leren niet alleen werken met machines, maar ook waarom dat belangrijk is. "We leggen de risico’s uit en leren ze om dat mee te nemen naar hun werk", legt Hoeve uit. "Als een student bij een bedrijf komt waar de oude gewoonten nog diep zitten, moet hij kunnen zeggen: 'dit kan anders en beter'. Daar trainen we ze op."
De realiteit op de werkvloer blijft dubbel, merken de studenten. "In de praktijk pak je het vaak toch zelf met de hand op", vertelt Milan. "Even snel zijn, of gewoon een beetje eigenwijs. Als je moet wachten op een machine, is dat ook niet het leukste." Stijn ziet het ook zo: "Met de machine scheelt het voor je rug, dat snap ik wel. Maar het mooiste blijft toch om het zelf te doen."
Volgens docent Jurgen Hoeve is de omslag al volop gaande. "Nu werken we misschien 80 tot 90 procent machinaal, maar er blijft altijd een stukje over waar het niet kan. Bij de Nederlandse kampioenschappen komt er tegenwoordig ook een onderdeel machinaal stratenmaken. Dat laat zien dat we middenin een cultuuromslag zitten. Die kost tijd, maar het is hard nodig."