Rijksstatus voor watersnoodwoning: Rob en Toos wonen in stukje geschiedenis
Toos (70) is geboren en getogen in Lage Zwaluwe. De ramp in 1953 heeft ze niet meegemaakt. Als kind groeide ze op in de buurt van de huisjes die toen net gebouwd waren. Toen zich bijna dertig jaar geleden de mogelijkheid voordeed om er te gaan wonen, besloten zij en Rob (71) de kans te grijpen. “Ik heb er nog geen dag spijt van gehad, we wonen echt heel fijn.”
Na de Watersnoodramp van 1 februari 1953 raakten veel gezinnen in Lage Zwaluwe hun huis kwijt. Zweden schonk Nederland honderden houten woningen om snel onderdak te bieden. Een deel daarvan kwam in Lage Zwaluwe terecht. De woningen waren voor die tijd erg modern: ze werden in Zweden in onderdelen gemaakt, naar Nederland verscheept en hier opgebouwd.
De ramp heeft indirect veel indruk gemaakt op Rob en Toos. “Ik hoorde de verhalen van mijn vader en moeder. Ze moesten weg voor het water dat het dorp binnenstroomde en werden met mijn oudste broer naar Breda geëvacueerd”, vertelt Toos. “Dat is wel heftig als je dat allemaal hoort. Ik ben blij dat ik het niet heb hoeven meemaken.”
"Het is hier ons kent ons."
Toch denkt het echtpaar niet vaak terug aan die vreselijke tijd. Toen het water eenmaal was weggeëbd, zorgden de geschenkwoningen voor hoop en verbondenheid in het dorp. En nog altijd is die hechte band voelbaar tussen de bewoners van de zestien woningen in wat nu de Koning Gustaaf Adolfstraat heet.
“We staan allemaal voor elkaar klaar, dat is een ding dat zeker is. Het is ons kent ons. Iedereen komt ook altijd achterom lopen, nooit via de voordeur. We hebben tijd voor een praatje en de koffie staat altijd klaar”, vertelt Rob. “In mei hebben we nog een buurtfeest gehouden. Zo blijf je een beetje van elkaar op de hoogte”, zegt Toos enthousiast.
In het houten huis zijn in de loop der jaren de nodige aanpassingen gedaan: de voormalige slaapkamer op de begane grond is bij de woonkamer getrokken en de keuken is vervangen door een moderne variant. Toch verraadt de karakteristieke groene gevel onmiskenbaar dat het om een authentieke watersnoodwoning gaat.
"We houden het hier nog wel even vol."
Het echtpaar is dan ook heel trots dat ze sinds woensdag in een rijksmonument mogen wonen. Toos: “Het is goed dat ze voor de toekomst behouden blijven, want ze zijn echt heel bijzonder.”
En dat het bijzondere woningen zijn, is ook niet onopgemerkt gebleven bij dagjesmensen. “Veel fietsers zijn nieuwsgierig en stoppen even om wat vragen te stellen”, zegt Toos. Rob werpt zich dan op als amateurhistoricus en geeft de voorbijgangers een geschiedenislesje over de ‘museumwoning’. “Ze kunnen goed vragen stellen hoor: waar komen ze vandaan, wie heeft ze geschonken? Dan weet ik wel een verhaaltje te draaien. Dat vind ik prachtig.”
Het echtpaar hoopt nog jaren in hun watersnoodwoning te kunnen blijven wonen. “We houden het hier nog wel even vol”, zegt Toos. “Dat is zeker”, besluit Rob.
Watersnoodwoningen
Geschenkwoningen zijn houten huizen die Scandinavische landen cadeau hebben gedaan aan Nederland na de Watersnoodramp van 1 februari 1953.
Van de 860 woningen zijn er nu nog 682 over. Demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Gouke Moes, heeft woensdagmiddag in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk, Zeeland, bekendgemaakt dat 45 woningen worden aangewezen als rijksmonument.
Naast de zestien Zweedse woningen in Lage Zwaluwe staan nu ook Noorse woningen in Burg-Haamstede (5), Renesse (1), Hansweert (6) en Puttershoek (8) op de rijksmonumentenlijst, evenals negen Finse woningen in Nieuwe-Tonge.

