Zorgpersoneel baalt dat er geen loonsverhoging komt: 'Op applaus zit ik niet te wachten'

19 augustus 2020 om 13:34 • Aangepast 26 augustus 2020 om 10:24
nl
Stank voor dank, zo voelt het. Dat vindt Leon die al 35 jaar in een Brabants ziekenhuis werkt. Woensdag debatteert de Tweede Kamer over een structurele loonsverhoging van het zorgpersoneel en premier Rutte heeft laten weten dat die er niet gaat komen. Er is geen geld voor, vindt het kabinet. “We krijgen alle lof, zeggen ze dan, en applaus. Maar daar zit ik toch niet op te wachten?”
Profielfoto van Janneke Bosch
Geschreven door

Volgens het kabinet is er geen geld voor een salarisverhoging voor zorgpersoneel omdat dat geld nu nodig is voor de economie. Een gotspe, vinden vakbonden en ook op social media regent het verontwaardigde reacties van mensen die in de zorg werken.

Het salaris van iemand in de zorg is écht geen vetpot, zegt Leon. “Ik ben nu alleenstaand, dus kom ik wel rond. Maar toen ik nog getrouwd was, met kinderen, wist ik soms echt niet hoe ik het rond moest krijgen hoor.”

Leon werkt al 35 jaar op de uitslaapkamer van een ziekenhuis. Hij zag hoe tijdens de coronacrisis zijn werkplek omgebouwd werd tot een extra intensive care om alle coronapatiënten op te kunnen vangen. Zelf zit hij als diabetespatiënt in de risicogroep, vertelt hij. Na vier ‘coronadiensten’ heeft hij aan zijn leidinggevende gevraagd of hij dat niet meer hoefde. Er moeten ook altijd spoedoperaties worden uitgevoerd, dus daar was nog genoeg te doen.

“Als je dan hoort dat collega’s zich drie slagen in de rondte hebben gewerkt, die zestig uur per week maakten. En dan zegt de Belastingdienst, kom maar met die toeslagen, betaal maar terug. Alsof je het zo makkelijk hebt in de zorg.”

"Iedereen heeft keihard gewerkt. Van ICT tot de schoonmakers aan toe."

De bestuurders van dit land stapelen fout op fout, vindt Leon. Eerst met de Belastingdienst die geld wil van zorgpersoneel dat tijdens de coronacrisis ‘te veel heeft gewerkt’. Vervolgens de duizend euro bonus die zorgpersoneel zou krijgen, waarvan het kabinet zei dat de directies van ziekenhuizen maar moest bepalen wie ervoor in aanmerking zouden komen.

“Het ziekenhuis is in twee weken omgebouwd tot crisiscentrum. Iedereen heeft er keihard aan gewerkt. Tot de ICT en schoonmakers aan toe.” En nu dus waarschijnlijk ook geen structurele loonsverhoging. “Zo’n Lodewijk Asscher die dan lachend op tv zegt dat hij twee minuten te laat was om te stemmen. En vorige week iedereen die de Kamer uit rent. Echt, zak dan door de grond.”

"Hoezo is het geld op? Dan leveren ze zelf toch een stukje in?"

“Ik voel me in de steek gelaten”, zegt Leon. “Ze zeggen: ‘Het geld is op.' Maar hoezo? Anders leveren ze zelf maar een stukje in.” En hij staat niet in alleen in die gedachte, vermoedt Leon. Hij ziet bij zijn collega’s dezelfde frustratie. “Dit is niet leuk. Het gevoel dat er nu leeft, is dat het gros bij een tweede coronagolf zegt: ‘Doe maar zonder mij’.”

Tegelijkertijd is het een groot verantwoordelijkheidsgevoel waardoor Leon en zijn collega’s door blijven gaan. “Als ik niet ingrijp, dan overlijdt in het ergste geval een patiënt onder mijn handen. Dat wil je niet. Dus doe je het elke keer opnieuw.” Dus wordt er niet gestaakt. “Je staat gewoon met je rug tegen de muur.”

LEES OOK:

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.