Amber is nét geen 'Deutsche Superstar' maar wel heel trots op tweede plek
Ongeveer een jaar geleden stond Amber voor het eerst op het podium van de talentenjacht, voor de allereerste ronde. En ze bleef erin tot het bittere eind.
Ze is euforisch over haar deelname. “Het is een achtbaan geweest, er is zoveel gebeurd in dat jaar. Ronde voor ronde, die liveshows met een liveband. Het was geweldig om daaraan deel te mogen nemen. Ik heb ook zoveel geleerd, ze hebben heel goede zangcoaches.”
Afgelopen maand zat ze ook in quarantaine om te voorkomen dat ze corona zou krijgen. “Het hotel had een dakterras waar ik naar buiten kon, soms mocht ik even buiten wandelen. Eigenlijk reisde ik van het hotel naar de studio en weer terug. Als iemand corona kreeg, kon de productie niet doorgaan. Ik geniet er nu van om weer lekker op een terrasje te zitten.”
"Ik heb eigenlijk bij iedere ronde genoten alsof het de laatste was. Misschien ben ik daar wel het meest trots op."
Ze zong zaterdag ‘House of the rising sun’ en ‘Island in the stream’ van Dolly Parton. Maar ook haar eigen nummer ‘Someone to you’.
Deze single maakte ze in samenwerking met de Duitse muziekproducent en songwriter Toby Gad. Een grote naam in muziekland, hij werkte onder meer mee aan ‘All of me’ van John Legend en ‘If I were a boy’ van Beyoncé. “Inmiddels staat mijn nummer in de top 7 in de Duitse hitlijst.”
Ze is trots op haar deelname. Zenuwen gaf ze tijdens de laatste show geen kans. “Ik besefte dat dit de laatste keer zou zijn dat ik voor ‘Deutschland sucht den Superstar’ op het podium mocht staan. Ik heb eigenlijk bij iedere ronde genoten alsof het de laatste was. Misschien ben ik daar wel het meest trots op.”
Inmiddels heeft Tony Gab haar aangeboden om mee gaan naar Nashville, om mensen te leren kennen. “Dat wil ik heel graag, dat is een nieuwe droom die uitkomt. Maar nu ga ik eerst nagenieten, uitrusten en een paar dagen goed slapen.”
Toch heeft ze wel een heel duidelijk toekomstbeeld voor zichzelf: “Ik wil zelf liedjes schrijven, zangeres worden en er echt van leven. Daar moet ik wel hard voor werken.”