LIVEBLOG

Tranen bij nabestaanden Gradus in zaak Snapchatmoord: 'Hij is afgeslacht'

Vandaag om 09:27 • Aangepast vandaag om 13:06
nl
Een nachtmerrie. Zo omschrijven de nabestaanden van de in 2023 vermoorde Gradus Haisch hun leven sinds die bewuste avond. In de rechtbank van Breda is maandag de rechtszaak tegen de dochter (22) van het slachtoffer van start gegaan. Zij ontkent alle betrokkenheid, maar dat gaat er bij de familie niet in: "Waarom moest het zover komen?" In dit liveblog houden we je op de hoogte van de zaak.
Profielfoto van Sven de Laet
Geschreven door

Liveblog

13.05

De zaak wordt hervat

Na een pauze van ongeveer anderhalf uur wordt de zaak hervat. De Officier van Justitie zal nu haar requisitoir houden. Daarin vertelt ze waarom D. volgens het Openbaar Ministerie betrokken is bij de moord op haar vader.

11.28

De zaak wordt onderbroken voor de lunch

Na de lunch zal de Officier van Justitie het requisitoir voorlezen. Woensdagochtend zal de advocaat van D. zijn pleidooi pas houden. We gaan verder om 13.00 uur.

11.21

802 dagen gevangenis

Tijd voor de persoonlijke omstandigheden van D. De rechter is benieuwd hoe het voor D. is dat ze inmiddels 802 dagen vastzit. "Heel zwaar. Er zitten allemaal mensen die drugs gebruiken. Ik hoor daar niet tussen." Haar moeder komt inmiddels weer regelmatig op bezoek. Ook schrijft ze kaartjes naar haar broer. Hij reageert daar niet op. Het contact met haar familie is dus beperkt.

Er is door een psycholoog geen stoornis bij D. vastgesteld, vertelt de rechter. D. geeft zelf aan dat ze hoopt dat ze zo snel mogelijk naar huis mag.

11.20

Nabestaanden lijden nog altijd aan PTSS

De rechter vraagt hoe het nu gaat met de nabestaanden van Gradus. Zijn weduwe en zoon zijn nog altijd onder medische behandeling.

11.18

Spreekrecht ten einde

En daarmee komt het spreekrecht van de nabestaanden ten einde. De rechter bespreekt nu de vorderingen van de nabestaanden. Het gaat dan bijvoorbeeld om financiële compensaties voor de geleden mentale schade.

11.16

'Ik heb geen vader meer'

Tot slot wordt verklaring van de broer van D. voorgelezen. "We krijgen leugen na leugen. We hebben duizenden redenen lopen bedenken. Maar geen enkele is goed genoeg om dit iemand aan te doen. Dit heeft ieders leven kapotgemaakt. Ik heb geen vader meer. Alleen nog maar herinneringen aan hem." D. vertelt het wederom heel erg te vinden om dit van haar broer te horen. "Hij is heel belangrijk voor mij."

11.13

Nog een verklaring

Dan is er nog één verklaring van een andere zus van Gradus. "Waarom? Het idee dat je broer letterlijk is afgeslacht... Hoe waren zijn laatste minuten? Heeft hij angst gevoeld? We komen hier nooit meer overheen. We kunnen hier niet mee leven. Het heeft ons trauma's gegeven. Het is onmenselijk. Zelfs een dier wordt niet zo afgeslacht. Je noemde jezelf papa's prinsjes. Op de dag van de uitspraak noemde je jezelf nog zo. Maar je bent een monster. We hebben geen woorden voor wat jij hebt gedaan. We leven verder in een nachtmerrie." D. geeft aan het erg te vinden om het te horen. Ze vertelt wel dat de familie al langer geen contact had met broers en zussen van Gradus en dat ze daarom niet op de hoogte zijn gehouden na het overlijden. "Dat had hij ook niet gewild."

11.11

'We mochten geen afscheid nemen'

Dan wordt de brief voorgelezen van het jongste zusje van Gradus. "Ik raakte in paniek. Ik moest het de rest van de familie vertellen. D. vertelde me dat ze haar vader had verzorgd. Ze zei van niet. Hierna heb ik niets meer van D. gehoord. De avond van de uitvaart van Gradus is zijn gezin samen op stap geweest. Onbegrijpelijk. Hoe kun je als je man, je vader net is begraven. Niet te bevatten. We horen niets. Niemand houdt ons op de hoogte. We mochten geen afscheid nemen. We hebben ons broertje niet meer mogen zien." D. geeft aan niet te willen reageren.

11.09

D. krijgt de kans om te reageren

D.: "Ik vind het heel moeilijk om te horen. Als kind hoop je een zus te hebben om op terug te vallen, maar ze heeft me altijd in de steek gelaten. Vind het moeilijk om dit zo te horen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal." De zus van D. kan het niet aanhoren en kijkt de andere kant op. Geëmotioneerd loopt ze terug naar haar plek achter in de zaal.

11.01

Tijd voor het spreekrecht: 'Walgelijk'

De nabestaanden zullen nu aan het woord komen. Eerst wordt de verklaring van de zus van D., en dus dochter van Gradus, voorgelezen. De twee botsten regelmatig en hadden op het moment van de moord moeizaam contact. "Ik mis mijn vader vreselijk. Ik mis de opa voor mijn kinderen. Mijn kinderen missen hun opa. Pas een dag na de moord hoorde ik over zijn overlijden. Via een Facebook-berichtje. Ik heb meteen contact gezocht met de familie. Maar kreeg geen steun. Ik mocht ook geen afscheid van hem nemen. Wat heb ik gedaan, dat ik zo behandeld ben na het overlijden van mijn vader? Maar D. sprak wel op de uitvaart. Met dikke krokodillentranen."

"Ik ben niet als enige op afstand gezet. Ook broers en zussen van mijn vader. Ik heb niets te maken gehad met zijn overlijden. Maar zijn moordenaar wel. Ze heeft hem verzorgd en gekleed. Walgelijk. Tot op de dag van vandaag heb ik geen foto gekregen van wat Gradus is aangedaan. Daardoor kan ik tot op de dag van vandaag niet beseffen dat hij er niet meer is. Mijn hoofd kan er niet bij. D. heeft alles bewust gemanipuleerd. Ze heeft alles kapotgemaakt. Sinds het overlijden van mijn vader heb ik klap op klap moeten incasseren."

"Het kleine zusje. Het prinsesje van het gezin. Ik slaap slecht, ik ben verdrietig en boos. Ik heb spanning in mijn lijf en nog een miljoen vragen. Ik kan niet verkroppen dat ik D. en Jeroen nooit samen heb gezien. Ze hebben samen mijn vader om het leven gebracht. Ook mijn kinderen zijn beschadigd. Alle drie hebben ze nachtmerries, woedes, angsten en problemen op school."

"D., hoe heb je dit kunnen doen? Waarom? Wat bezielt jou? Je krijgt vandaag de laatste kans om te vertellen waarom het zo ver moest komen. Je hebt nooit het fatsoen gehad om ons onder ogen te komen en duidelijkheid te geven. Je hebt nooit excuses gemaakt voor al het leed dat je hebt veroorzaakt. De leugens, de arrogantie... Je bent een schande voor je eigen familie."

10.56

Terug naar de bidprentjes

De advocaat van D. heeft ook onderzocht hoe die bidprentjes op haar telefoon terecht zijn gekomen. Hij heeft zijn vraagtekens bij hoe betrouwbaar dit onderdeel in het dossier is. Kortgezegd zou de bewijsvoering wat vaag zijn voor 'een leek' zoals hij.

10.53

Advocaat neemt het woord

De advocaat van D. vertelt dat zijn cliënt weinig vertrouwen heeft in een open blik van de rechtbank. Zeker aangezien Jeroen eerder al is verschenen. Voor de duidelijkheid: er zijn vandaan andere rechters die deze zaak behandelen. "Maar ze voelt zich in een verloren positie. En eerlijk: ik denk dat ze dat ook voor een groot deel is."

De rechter geeft aan het ook jammer te vinden dat beide zaken niet tegelijkertijd konden worden behandeld. Maar ze geeft aan kritisch te kijken naar de rol van D. in deze zaak. "Het is onze beslissing op basis van alle stukken en hetgeen hier besproken wordt. Wij worden niet geleid door wat collega's besloten hebben. Het is een rare situatie. Maar we gaan een eigen oordeel vellen."

10.50

Terug naar de moord

De OvJ vraagt wat D. Jeroen precies heeft zien doen die bewuste avond. "Mijn vader heeft het blokje met beide handen gepakt. Hij is omgedraaid, ik heb de kofferbak opengedaan en mijn vader heeft het erin gelegd. Jeroen was achter mijn vader. Ik zag niet dat hij iets in zijn handen had. Daar heb ik niet op gelet. Uiteindelijk zag ik dat hij met iets langs op zijn hoofd sloeg en vervolgens heeft gestoken. Ik stond toen naast mijn vader. Ik ben omgedraaid en heb mijn ogen dichtgedaan en dacht: wat is dit? Enige wat door mijn hoofd ging is: dit kan niet, dit kan niet. Daarna heb ik gezien dat Jeroen iets in zijn kofferbak legde."

10.48

'Alles is verdraaid'

Ook de OvJ gaat nog even in op de verklaringen van de medegevangenen van D. "U zegt nu dat het allemaal grootspraak was wat u tegen ze hebt verteld. Klopt het nou of niet?" D. geeft wederom aan dat ze alles verdraaid hebben.

10.44

De Officier van Justitie komt aan bod

De rechters zijn door de vragen heen. Nu mag de OvJ haar vragen voorleggen aan D. Ze wil als eerste weten wanneer D. hoorde dat Jeroen werd aangehouden. "De volgende dag." Ook is ze benieuwd of D. wist dat Jeroen zich voor zou doen als Daan, bij het maken van de afspraak met Gradus. "Wist ik niet." En waarom heeft ze na zijn arrestatie niet gezegd dat het inderdaad Jeroen was die de moord pleegde? "Ik was bang. Ook toen hij vastzat." De OvJ snapt niet dat D. het verhaal niet eerder heeft gedeeld. "Het is wel je vader, hè?"

10.41

'Waarom niet eerder?'

De rechter is benieuwd waarom D. vandaag pas met dit verhaal komt. "Ik ben natuurlijk van advocaat gewisseld", vertelt D. "Omdat ik het niet eens was met de strategie van de vorige. Ik wil écht mijn verhaal doen en zeggen wat ik weet. Ook voor mijn moeder en broer." Maar had het haar familie niet veel gescheeld als ze het twee jaar terug meteen had verteld? "Het is voor mij een moeilijke situatie", is het antwoord van D.

10.39

Verklaringen medegedetineerden

Het gaat over de medegedetineerden van D. Tegen hen zou ze hebben verteld dat ze de afspraak tussen Jeroen en haar vader had geregeld, dat zij de opdracht aan Jeroen had gegeven, dat ze het beter zelf had kunnen doen, omdat zij het niet zo dom zou hebben gedaan, en dat ze Jeroen had gekozen omdat hij labiel was." D. vertelt dat ze inmiddels veel heeft meegemaakt in detentie. "Er is zoveel verdraaid. Heb mezelf stoer voorgedaan, wilde geen zwakke schakel zijn. Maar er wordt van een mug een olifant gemaakt."

10.38

Geen contact meer

D. vertelt dat ze na de moord geen contact meer heeft gehad met Jeroen. Waarom niet, vraagt de rechter. "Ik was in shock, denk ik. Boosheid. Waarom doe je dit? Ik vertrouwde hem en dan doet hij zoiets ergs."

10.35

'Hij heeft dit gedaan, niet ik'

Een van de rechters vraagt D. of ze niet doorhad dat Jeroen haar uitspraken zo serieus nam. D. geeft aan dat niet te hebben gemerkt. "Het lijkt misschien of ik alles op Jeroen afschuif. Dat is ook zo. Hij heeft dit allemaal gedaan, niet ik."

10.32

D. breekt

Voor het eerst wordt D. emotioneel, als de rechter doorvraagt wat er in de jaren voor de moord thuis is gebeurd. In tranen: "Er was een steekincident tussen mijn moeder en vader. En dat werd dan maar gewoon geaccepteerd en nooit over gepraat. Dat heeft superveel impact gehad. Dan werd mijn broer weer uit huis gezet, had mijn vader weer een andere vrouw... Het was heel erg. Dat heb ik tegen Jeroen gezegd. En misschien heb ik weleens gezegd: 'Ik wou dat 'ie dood was. Ik word zo gek van hem, altijd maar zeiken'.

10.30

D. werd gekleineerd

D. vertelt dat het daar niet bij bleef. "Ik werd elke dag gekleineerd en met de dood bedreigd. Ik was bang." Dat deelde ze met Jeroen. "Hij vroeg me waarom het zo streng was. En waarom ik mijn locatie aan moest zetten."

10.27

Gradus was streng

"Waarom heeft Jeroen dit gedaan?", vraagt de rechter. D. geeft aan dat ze het vaker hadden over hoe de thuissituatie was. Gradus hield D. 'heel kort'. Ze moest in het weekend bijvoorbeeld vroeg thuis zijn, moest haar locatie aanzetten, om het halfuur laten weten waar ze was, mocht niet bij haar vriendinnen slapen of eten, en was ook bij haar vorige relatie 'niet fijn'. "Vervelende dingen."

10.25

Bang voor Jeroen

De rechter wil weten waarom D. niet meteen tegen de politie heeft gezegd dat het Jeroen was die haar vader had aangevallen. Ze vertelt dat ze bang voor hem was, na wat ze had gezien. En eigenlijk nog steeds.

10.21

'Ik bevroor helemaal'

Dan gaat de rechter naar het moment van de moord. Volgens D. gaf Jeroen meteen de wasmachinemotor aan Gradus. "Dat had ik niet verwacht. Hij gaf meteen dat blokje. Dat zou hij pas doen als het gesprek niet doorging." Daarna volgde volgens haar de klap van Jeroen. Waarom deed ze niks? "Ik ben helemaal bevroren. Ik snapte niet waar dit vandaan kwam."

10.19

Verklaring getuige

De getuige gaf eerder aan dat hij een foto van het kenteken van de vluchtende auto wilde maken. Maar op dat moment zou D. hem hebben tegengehouden. Waarom? "Ik heb hem echt nooit aangeraakt", geeft D. aan.

10.17

Gewiste gesprekken

"Waarom wiste je die chatgesprekken?", vraagt de rechter. D.: "Deed ik altijd. Ik wilde niet dat mijn vader erachter zou komen dat we contact hadden."

10.16

Bijzondere aankopen van Jeroen

D. geeft aan dat ze niet wist dat Jeroen een wasmachinemotor kocht voor de afspraak met Gradus. Daarmee lokte hij Gradus - die in oud ijzer handelde - naar de plek van de moord. Ook zegt D. niet te hebben geweten dat Jeroen die dag nieuwe schoenen kocht.

10.12

D. zou niet meegaan

Volgens D. was het eigenlijk niet de bedoeling dat ze mee zou gaan naar de afspraak. Maar haar vader ging nooit alleen op pad, en dus was ze bang dat anders haar moeder mee zou gaan. "Dan zou hij haar misschien wel hebben geslagen, als hij zo boos werd. Zo van: 'Waar is ze nou mee bezig, die kuthoer?'" Daarom werd besloten dat D. dan toch maar mee zou gaan. De afspraak werd daarvoor zelfs nog wat verzet.

10.10

Wel of geen relatie?

Een van de rechters wil toch nog eens duidelijk weten of er nou wel of geen relatie was tussen D. en Jeroen op de dag van de moord. "Het was heel moeilijk, onze relatie zou nooit geaccepteerd worden door mijn vader. Op dat moment hadden we dus geen relatie. Ik weet ook niet precies wat het op dat moment was." Toch was het wel de bedoeling om samen verder te gaan na de confrontatie.

10.07

Confrontatie 'kon uit de hand lopen'

D. geeft aan dat ze er vooraf al over piekerde dat de confrontatie tussen Jeroen en haar vader uit de hand zou lopen. "Hij werd snel boos en dan kon je geen gesprek meer met hem voeren." Ze was bang dat er een gevecht zou ontstaan. Ze zou daarom in paniek zijn geraakt. Mogelijk heeft ze daardoor dan toch een keer iets opgezocht over een tekst voor een overleden vader.

10.02

Zoeken naar bidprentjes

De rechter vraagt naar de zoekopdrachten van D. op de dag van de moord. Ze zocht op internet naar bidprenten en rouwteksten voor een overleden vader. Op de schermen worden afbeeldingen vertoond van de gevonden teksten. 'Je papa is je papa' en 'lieve papa, wou dat je bij me was' zijn daar onder meer op te lezen. En dat is slechts een kleine selectie.

De rechter vraagt waarom ze deze zoekt. D. zegt dat ze dat niet heeft gedaan. "Echt niet. Ik heb ze ook nooit gezien." De rechter vraagt hoe ze dan op haar telefoon terecht zijn gekomen. "Daar heb ik heel veel over nagedacht", zegt D. "Maar ik weet het echt niet. Het enige wat ik kan bedenken: ik ben best van het doemdenken, dat ik misschien ooit iets heb opgezocht over een overleden vader. Maar nooit zoveel en zeker niet op die dag." De rechter vind het opmerkelijk. "Ik heb niet eerder gehoord dat er zomaar afbeeldingen op iemands telefoon verschijnen." Maar D. blijft volhouden dat het nou eenmaal zo is.

10.01

Vreemde plek om af te spreken

Een van de andere rechters vraagt D. naar de afspraak tussen haar, Jeroen en haar vader. "Was dat geen vreemde plek, daar in Wouwse Plantage?" D. geeft aan dat ze dat ook vond.

10.00

Veel telefoongesprekken

De rechters gaan nogmaals in op de reeks telefoongesprekken die D. en Jeroen hadden op de middag en avond van de moord. D. geeft aan dat ze nou eenmaal vaak belden. "En die dag nog meer, want hij was vrij van werk."

09.53

'Ik was heel boos'

D. geeft aan dat ze op dat moment zo boos was, dat ze misschien stomme dingen heeft gezegd. De rechter geeft aan dat mensen wel vaker heel boos zijn, maar dan niet direct praten over het ombrengen van iemand. D. geeft vervolgens aan dat het 'een beetje' ging over het vermoorden van Gradus. Maar dat gevoel zakte later weer. "Maar het is thuis vaker niet leuk, dan wel leuk."

09.50

Rechter toont Snapchatgesprek

Er wordt een Snapchatgesprek van 21 februari 2023 vertoond tussen D. en Jeroen. Er is die avond een ruzie ontstaan tussen D. en haar vader. Gradus zou tijdens een ruzie met carnaval over iemand heen hebben geplast, tot woede van D. In het bewuste gesprek - dat ook tijdens de zaak tegen Jeroen al vaker werd bespoken - gaan de twee in op wat er moet gebeuren met de verstoorde relatie tussen D. en haar vader. Eén van de twee zal weg moeten. De conclusie lijkt helder: D. wordt dat niet.

Jeroen biedt vervolgens zijn hulp aan. Er worden zelfs concrete opties besproken om Gradus uit de weg te ruimen. Hem thuis neersteken wordt uitgesloten. Maar wellicht tijdens het uitlaten van de hondjes 's nachts?"

09.46

D. ontkent

De rechter stelt de belangrijkste vraag: 'Ben je betrokken bij de moord op je vader?' Het antwoord van D.: 'Nee.' Ze geeft aan dat ze Jeroen wel vaak sprak en dat de twee ook een relatie hadden. "Die dag extra veel. Jeroen wilde mijn vader confronteren met onze relatie. En ook met het gedrag van mijn vader binnen ons gezin. Dat kon hij niet meer aanzien. Jeroen was belangrijk voor me. Ik was gek op hem. Ik vertrouwde hem heel erg. Hij was zo lief voor me. Een bijzonder persoon."

09.44

1290 chatberichten

Dan wordt het contact tussen D. en Jeroen op de dag van de moord besproken. Ze hebben elkaar ruim twintig keer gebeld. Ook zijn er in de periode voor de moord zeker 1290 chatberichten uitgewisseld. D. heeft in die periode zeker drie keer haar chatgeschiedenis gewist. Ook nog op de dag na de moord.

09.42

'Breekijzer meest waarschijnlijke wapen'

De rechter gaat in op de verwondingen van Gradus. Uit onderzoek is gebleken dat de verwondingen aan zijn hoofd met gereedschap zijn toegebracht. "Het meest waarschijnlijk met een breekijzer." Ook benoemt de rechter het mes, dat Jeroen kort voor de moord bestelde. Daarmee zouden de steekwonden zijn toegebracht.

09.36

Rechter gaat terug naar bewuste avond

De rechter begint de zaak door terug te gaan naar de avond van de moord op Gradus. Ze somt nogmaals de details op van wat er volgens het onderzoek is gebeurd in het buitengebied van Wouwse Plantage. Van het telefoontje dat D. pleegde naar 112, tot de getuige die op de plaats van de moord de verdachten en het slachtoffer aantrof en de arrestatie van Jeroen L. een dag later.

09.32

D. is 'erg zenuwachtig'

De advocaat van D. geeft aan dat zijn cliënt erg zenuwachtig is. "In de loop van de dag wordt dit misschien minder." Hij geeft aan dat als sommige vragen niet direct helder zijn voor D., deze opnieuw gesteld mogen worden.

09.30

Rechtbank stelt betrokkenen voor

Een rondje langs de velden. De voorzitter van de rechtbank stelt alle betrokkenen voor. Net als bij de eerdere zaak tegen Jeroen L. is er ook nu een koppelzaal, waar nabestaanden mee kunnen kijken.

09.26

De rechtszaak gaat beginnen

D. is zojuist de rechtszaal binnengekomen. Ze is keurig gekleed en heeft haar haren opgestoken. Met een klein half uur vertraging gaat de zaak van start.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!