Q-koorts patiënt Henk hoopt op hulp dichtbij: 'Niet wegkijken als vroeger'
In het eerste kwartaal van 2026 maakt de provincie bekend wie de ‘kwartiermaker’ wordt rondom een Brabants expertisecentrum voor Q-koorts. Henk van Roosmalen liep dertien jaar geleden Q-koorts op en ziet graag dat zo’n gezondheidscentrum er komt. “We moeten niet wegkijken totdat die bacterie misschien terugkomt”, zegt hij.
Gedeputeerde Staten maakten begin november bekend serieus te overwegen om financieel bij te dragen aan een Brabants Q-koortscentrum. Toen werd erover gesproken om dit in het Ziekenhuis Bernhoven in Uden te laten landen.
Een ‘kwartiermaker’ moet de plannen verder gaan uitrollen. Wie deze rol op zich neemt, wordt mogelijk in het eerste deel van volgend jaar bekendgemaakt, laat een woordvoerder van de provincie weten.
Q-koorts staat de laatste tijd meer in de aandacht. Er is in september een Q-koorts-ambassadeur aangewezen en een minister ging in november voor het eerst in gesprek met Q-koorts patiënten. Ook is er vorige week door de Gezondheidsraad een nieuw rapport gepubliceerd waaruit blijkt dat mensen die in de buurt wonen van een geitenhouderij, meer kans hebben op een longontsteking.
Wat is Q-koorts?
Q-koorts is een ziekte van de bacterie Coxiella burnetii, die vooral geiten en schapen overdragen. Sommige patiënten hebben hier langdurige klachten aan overgehouden, zoals vermoeidheid.
De Q-koorts-uitbraak begon in 2007 rondom Herpen. De GGD Hart voor Brabant ontving toen 137 meldingen van de ziekte. In 2008 steeg dit al naar 711 meldingen van Q-koorts, meldt het RIVM. Brabant is destijds zwaar getroffen.
'Niet erkend in Nederland'
Van Roosmalen uit Schijndel hoort ook bij die groep. Hij zegt dertien jaar terug besmet te zijn in Nederland. Als de dag van gister weet hij nog dat hij tijdens zijn vakantie in Spanje vervolgens in het ziekenhuis belandde. “Na drie dagen hadden ze door dat het Q-koorts was. Dat was vrij snel vastgesteld. Ze hadden daar alles klaarstaan."
In Nederland was dat toen wel anders, zo was zijn ervaring. “De ziekte werd hier niet herkend en niet erkend. Nederland bleef achter door weg te kijken”, blikt hij terug.
Tijden aan het veranderen?
Met de plannen voor een expertisecentrum lijken tijden dan toch iets te veranderen. Dat vindt Van Roosmalen een positieve zaak. "Het is nu beter. Destijds werd het onder het vloerkleed geveegd", aldus Van Roosmalen.
Hij vertelt dat zijn geheugen hem vandaag de dag nog steeds weleens in de steek laat. Voorheen waren zijn Q-koorts klachten erger, waardoor hij zijn baan als wethouder in Sint-Michielsgestel en als directeur van een onderwijsinstelling vaarwel moest zeggen. “Het heeft een impact op mij gehad.”
Volgens hem zou de komst van een Brabants expertisecentrum Q-koorts patiënten lucht geven. “Zo’n expertisecentrum kan je verwijzen naar goede specialisten. Goede mensen om jou weer fit te krijgen of fit te houden. Ik denk aan fysiotherapie. Ook een stukje psychologie mag niet ontbreken. Mensen kunnen hartstikke in de put zitten.”
Patiënten begeleid
Zelf zegt hij destijds ook baat te hebben gehad bij zulke therapieën. Die werden toen geregeld via Q-support, een organisatie die patiënten adviseert en ondersteunt. Tussen 2014 en 2020 heeft hij daar zelf ook Q-koorts patiënten begeleid.
Van Roosmalen hoopt van harte dat een Brabants gezondheidscentrum er straks daadwerkelijk komt. Ook om Q-koorts patiënten perspectief te bieden. "We moeten het ijzer heet houden. Dat is het enige wat ik zou wensen."
Dat zou volgens hem ook zorgen voor een stukje voorbereiding op de toekomst. “We moeten niet wegkijken totdat die bacterie misschien wel terugkomt. En als die terugkomt, dan moeten we wel klaarstaan. Dat die ramp van 2007 tot 2015 niet nog een keer terugkomt.”
Op dit moment wil het Rijk alleen universitaire ziekenhuizen buiten Brabant steunen. Het college van de provincie wil het hier niet bij laten zitten en zet zich nu in voor een eigen centrum. De provincie moet samenwerken met het ministerie van Volksgezondheid, gemeenten, zorgverzekeraars en zorginstellingen om samen dit plan op te zetten.
