Erbarmelijke huisvesting van mensen in de vleesindustrie moet anders, vindt burgemeester Jorritsma

29 mei 2020 om 14:22 • Aangepast 5 juni 2020 om 13:24
nl
De sluiting van vleesverwerker Van Rooi Meat in Helmond was onvermijdelijk, stelt burgemeester John Jorritsma, voorzitter van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Veel medewerkers zijn besmet met het coronavirus. "Het is een bron van ellende, daarom moeten we onverbiddelijk handelen. We nemen geen enkel risico, de volksgezondheid staat op nummer één." Ook de erbarmelijke huisvesting van veel medewerkers is een punt van aandacht.
Profielfoto van Karin Kamp
Geschreven door

De woonomstandigheden van veel mensen die in de vleesindustrie zijn Jorritsma een doorn in het oog. "We zien dat grote groepen mensen vaak met elkaar op campings en obscure huisjes wonen, waar ze soms lepeltje-lepeltje liggen."

"Ze worden samen in auto's of busjes naar het werk gebracht. Deze groep is zeer vatbaar voor het coronavirus omdat ze geen afstand houden."

Toen eerder deze week bleek dat sommige controleurs van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) zelf besmet bleken te zijn met het virus, was het voor de burgemeester duidelijk dat het bedrijf op slot moest.

"De medewerkers moeten op een menswaardige manier worden gehuisvest."

"Dan kun je niet anders dan de boel helemaal te sluiten en tot verboden gebied te verklaren", aldus Jorritsma. "Alle 1700 personeelsleden worden getest, met ingang van vandaag."

"De komende vier dagen heeft het bedrijf de tijd om met een uitvoeringsplan te komen. Aan de hand daarvan bekijken we of Van Rooi Meat na dinsdag weer in fases open kan. Maar het is ook mogelijk dat de sluiting wordt verlengd."

"We moeten tot een vorm komen waarbij zo'n slachterij wel in bedrijf kan zijn, misschien in een afgeslankte vorm", denkt Jorritsma. "De medewerkers moeten in ieder geval op een menswaardige manier worden gehuisvest, zodat ze minder vatbaar zijn voor het virus."

"Dit is misschien een signaal dat het echt anders moet."

De burgemeester stelt dat de huisvesting van medewerkers in de vleesindustrie, maar ook seizoensarbeiders in de aardbeien- en aspergeteelt, al langer zijn aandacht heeft. "Het is momenteel op een erbarmelijke manier georganiseerd. Dit is misschien wel een signaal dat het echt anders moet, want we maken onszelf wel heel erg kwetsbaar."

Alle slachterijen in de regio sluiten, is voor Jorritsma geen optie. "Dan zijn de schappen op de vleesafdeling in de supermarkt binnen no time leeg, maar dat is nog niet eens het belangrijkste. Rund- en varkensfokkerijen kunnen hun vee niet meer kwijt voor de slacht, dus dan krijg je een opstopping. Dat is niet wenselijk."

Jorritsma is duidelijk: "Dit vraagt om een nadere uitwerking voor de toekomst, alleen, op dit moment staat de boel in brand en daarom moeten we nu handelen."

"Het is een heel broos evenwicht."

"We zitten in een soort achtbaan, het staat nooit stil. Veel mensen denken, per 1 juni gaat de horeca open, we gaan weer dingen ondernemen alsof er niks is gebeurd. Maar ik geef nogmaals aan: het is een heel broos evenwicht. Op tal van plekken kan die brand zo weer uitslaan. Dat zie je nu hier weer. We zijn er nog lang niet."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.