Video

Dit zeggen winkeliers die geen mondkapje willen dragen en dit zijn de feiten

11 januari 2021 om 13:57 • Aangepast 12 januari 2021 om 09:15
nl
Twee ondernemers uit Eindhoven trokken dit weekend de aandacht omdat ze zich niet langer aan de coronaregels wilden houden. Hun argumenten klinken alsof er een juridische basis voor is. Maar klopt dat ook? We legden hun stellingen voor aan een deskundige.
Profielfoto van Wim Heesterbeek
Geschreven door

Bij de Delicious Store aan de Kleine Berg in Eindhoven werden zaterdag agenten mishandeld, nadat ze mensen aanspraken op het niet dragen van een mondkapje. De eigenaar van de winkel geeft aan zelf gemarteld te zijn door een agent.

Zondagavond ging barbecuerestaurant De Kiet aan de Edisonstraat tegen de regels korte tijd open. Ook daar zijn ze klaar met de coronaregels: ‘Geen mondkapje? Geen probleem!’ staat op een bord bij het restaurant. Beide ondernemers steunen de actiegroep Burgerfront, een organisatie die zegt zich op juridische gronden niet aan de coronaregels te houden.

Ronald Stoot van de Delicious Store:

We legden hun argumenten voor aan een deskundige: Jan Brouwer, hoogleraar recht en samenleving.

STELLING 1 :

Winkelier Ronald Stoot zegt: “Mijn winkel is een privaatrechtelijke ruimte, geen publieke ruimte. Het dragen van mondkapje is dus niet verplicht.”

Hoogleraar Jan Brouwer: “Een kansloos argument, een winkel is altijd een publieke ruimte. Het publieke hoort bij de functie van het pand, dat kun je niet zomaar veranderen.” Zelfs als je alleen maar bekenden binnen zou laten verandert dat niet: “Je ziet het wel eens bij cafés die na sluitingstijd nog bier schenken, omdat de barman jarig is en hij zogenaamd een privéfeestje geeft. Zo werkt het niet, je kunt niet zomaar het karakter van een ruimte wijzigen. De rechter gaat hier nooit in mee.”

STELLING 2:

Stoot: “In 2014 heeft de rechter bepaald dat een winkel geen openbare ruimte is, en de Hoge Raad heeft het bekrachtigd in 2015.”

Brouwer: “In de coronanoodwet staat duidelijk dat winkels publieke ruimten zijn, daarmee is de zaak eigenlijk al af. En oude uitspraken aanhalen kan bij de rechter in een specifieke zaak, maar niet op deze manier, in zijn algemeenheid.”

STELLING 3:

Winkelier Stoot heeft een bordje ‘Verboden voor onbevoegden (art 461 wetboek van strafrecht)’ aan zijn deur hangen. Is het dan geen openbare plek meer?

Hoogleraar Brouwer: “Ook deze truc is kansloos. Het is hetzelfde als een cabaretier die zegt ‘Ik hou een kerkdienst, want dan mag er wel meer publiek komen’. Een winkel als verboden terrein bestempelen houdt nooit stand bij de rechter. Alleen als de winkel al lange tijd gesloten is en je hebt last van mensen die blijven komen kan het misschien. Het is een truc die al vaker gebruikt is tijdens deze crisis.”

STELLING 4:

Stoot weigerde identiteitsbewijzen van hem en zijn medewerkers toen een boa daarom vroeg.

Brouwer: “Een winkel is een openbare ruimte en daar zijn boa’s gewoon bevoegd om de wet te handhaven en dus om een identificatie te vragen. Thuis is dat anders, want ze mogen niet zomaar je huis binnenkomen.”

STELLING 5:

Stoot draagt een kaartje waarop staat dat hij geen mondkapje hoeft te dragen om medische redenen. Zijn medewerker heeft ook zo’n kaartje, zo geeft hij aan.

Mensen die om medische redenen geen mondkapje kunnen dragen hoeven dit inderdaad niet te doen. Dit moeten ze dan wel aan kunnen tonen tegenover een agent of boa. Dat hoeft niet met een medische verklaring, maar bijvoorbeeld met een afspraakbevestiging van een arts of een pasje van een patiëntenverzekering.

Bekijk hier het gesprek dat onze verslaggever had met een medewerker van de Delicious Store:

STELLING 6:

De medewerker zegt dat de coronanoodwet niet ondertekend is en dus niet geldig. “Er bestaat geen noodwet, die bestaat niet”, zegt ze.

Hoogleraar Brouwer: “Dit is echt onzin. De wet heeft in het Staatsblad gestaan. Wel is het zo dat in de online versie geen handtekeningen staan. Misschien zit daar de verwarring. Maar er staan nooit handtekeningen in de online versies van wetten.”

STELLING 7:

De medewerker haalt het ‘fundamenteel recht’ aan, waaruit blijkt dat ‘stelen, doden en dwingen’ niet mag. De mondkapjesplicht is volgens haar duidelijk dwang.

Brouwer: “Maar de wet dwingt voortdurend! Dit argument is volstrekte onzin. Het is ook een groot misverstand dat grondrechten niet beperkt zouden mogen worden. Dat mag niet zomaar op basis van een noodverordening, maar wel op basis van een specifieke nieuwe wet, zoals de tijdelijke coronawet.”

LEES OOK:

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.