Piepjong en al een eigen bedrijf: 'Een sprong in het diepe'
“Succesverhalen op social media zijn voor jongeren een belangrijke reden om voor zichzelf te beginnen. ‘Wat zij kunnen, kan ik ook’, redeneren ze”, vertelt Gerdine Annaars van de Kamer van Koophandel.
Iemand die jong is begonnen en met zijn bedrijf langzaam groeit is Robert Dalderup (29) uit Breda. Hij heeft samen met Pieter Claessens een toiletpapierspray ontwikkeld. Van een succesverhaal wil Robert nog niet spreken en de onzekerheid in het begin was allesbehalve fijn.
"We wilden geld verdienen, maar zijn te jong om voor een baas te werken."
Of Britt (12) en Jill Selten (10) uit Cuijk. Ze trekken met hun ijskar Troela’s IJs’ door het dorp. Het idee om een eigen bedrijf te starten, kwam voor de zusjes afgelopen winter. "We wilden geld verdienen, maar zijn te jong om voor een baas te werken. Maar een eigen bedrijf mag wel", vertelde Britt eerder tegen Omroep Brabant. Sinds deze zomer scheppen ze daarom bolletjes ijs.
Landelijk gezien is het aantal ondernemers van 21 jaar en jonger sinds 2017 gestegen van 18.796 naar 51.396. Brabant staat op plek drie. Alleen Noord- en Zuid-Holland hebben meer jonge ondernemers.
De enorme groei van het aantal jonge ondernemers heeft volgens KVK vele redenen:
- Jongeren zien op social media inspirerende verhalen van succesvolle jonge ondernemers.
- Jongeren zien geen obstakels, maar vooral kansen. Ze zijn flexibel en niet bang om te falen.
- De flexibiliteit en vrijheid van ondernemen bevalt jongeren.
- Op scholen is tijdens lessen of projecten steeds meer aandacht voor ondernemen.
- Tijdens corona speelde veel zich online af. Dat stimuleerde jongeren om online te gaan ondernemen.
Terug naar Robert en zijn toiletpapierspray Buttler. Ruim vier jaar geleden werd het bedrijf geboren. “We bedachten het product toen we in de supermarkt alleen die vochtige doekjes zagen liggen. Daarvan verstopt de wc, slecht voor het milieu en ze drogen snel uit.” Ze zagen kansen om het beter te doen en Robert zegde zijn vaste baan op.
"Albert Heijn vond ons te anders en te vernieuwend.”
“Het is een sprong in het diepe. Al je spaarcenten gaan erin en je gaat van een goedbetaalde baan naar in inkomen van bijna nul”, blikt hij terug. “We verkochten het eerste jaar zo’n tien sprays per week. Opeens ging dat naar dertig op een dag. Dan weet je dat je iets in handen hebt.”
Maar de grote roze wolk heeft plaatsgemaakt voor het besef dat de twee ondernemers er nog lang niet zijn en dat er nog veel stappen gemaakt moeten worden. “Ik hou het graag wat vaag”, begint Robert. “We hebben enkele honderdduizenden euro’s omzet per jaar.”
De gedroomde plek in de supermarkt hebben ze nog niet. “De Albert Heijn durfde het vier jaar geleden nog niet aan. Ze vonden het te anders en te vernieuwend.” Om dat succes te behalen zijn de jonge ondernemers opzoek naar een investeerder met veel kennis, en geld. Zo’n half miljoen euro hebben ze nodig voor een volgende stap.
“Als ik voor een baas had gewerkt, had ik het een stuk makkelijker gehad.”
Volgens Robert moet je als startende ondernemer niet bang zijn om te falen. “Je leert daar juist enorm veel van.” Maar er zijn zeker valkuilen. “Vergis je niet wat er bij een onderneming komt kijken. Zoals administratie, marketing en personeel. Dat zijn soms de mindere kanten.” Zijn tip: doe vooral niet alles zelf.
“Als ik voor een baas had gewerkt, had ik het een stuk makkelijker gehad”, sluit Robert af. “Maar mijn passie is om een bedrijf rondom een product te maken.”
LEES OOK:
Jonge onderneemsters Britt (12) en Jill (10) vangen geld met eigen ijskar
Werkende kinderen: niet in loondienst maar wel een eigen bedrijfje
Jong een bedrijf gestart: zo gaat het nu met Justin (20) en Mats (12)