Dit bedrijf verwerkt kippen die geruimd zijn na ontdekking van vogelgriep
Verwerkingsbedrijf Rendac in Son heeft het extra druk door de uitbraak van de vogelgriep in Nederland, maar heeft geen capaciteitsproblemen. Sinds de nieuwste uitbraak van de vogelgriep in oktober zijn er in Nederland ruim 1,6 miljoen kippen geruimd, zo is op te maken uit cijfers van de Rijksoverheid.
"We zijn standaard ingericht om dit type besmet materiaal te verwerken", zegt directeur Sjors Beerendonk.
Brabant leek lange tijd buiten schot te blijven, maar voor de pluimveehouders zijn het al maanden angstige tijden. Hun vrees kwam uit toen een vleeskuikenbedrijf in Uitwijk op 10 december besmet bleek te zijn. Daar werden 80 duizend kippen geruimd.
Op 27 december bleek een bedrijf in Deurne besmet te zijn. Daar zijn 162 duizend vleeskuikens geruimd. Deurne ligt niet ver van het Limburgse Ysselsteyn, waar in korte tijd drie uitbraken waren.
Al het geruimde pluimvee komt bij Rendac in Son terecht. "Rendac is het enige bedrijf in Nederland dat dit soort dierlijke bijproducten kan en mag verwerken", zegt Beerendonk. "We verwerken dus alle geruimde dieren van heel Nederland en niet alleen vanuit Brabant."
"Het wordt ingezet als bron voor de opwekking van groene energie."
De geruimde dieren worden op dezelfde manier verwerkt als alle andere dode dieren die bij Rendac binnenkomen. "Het proces is namelijk standaard ingericht om eventuele besmettingen onschadelijk te maken", zegt Beerendonk. "Dat proces van onschadelijk maken, bestaat uit het verwerken op hoge druk en hoge temperatuur. De eindproducten van dat proces zijn diermeel en dierlijk vet en beiden worden ingezet als bron voor de opwekking van groene energie."
Volgens Beerendonk is het bedrijf in staat om op te schalen, mocht de uitbraak van vogelgriep erger worden. "We hebben ook een calamiteitenplan met maatregelen om de capaciteit te vergroten."
Sinds oktober dit jaar zijn 34 bedrijven geruimd. De vogelgriep doet elk jaar Nederland aan, maar de zorgen om deze variant zijn groot.
Het type virus was al in Nederland te vinden, maar nu heeft het virus een manier gevonden om zich makkelijker onder wilde vogels te verspreiden. Daardoor zijn meer wilde vogels besmet en wordt de kans op besmetting in de pluimveehouderij ook groter.
